Er zijn momenten in het leven waarop je voelt: het kan zo niet langer. Je blijft vasthouden aan gewoontes, patronen of zelfs aan relaties die eigenlijk niet meer kloppen. Toch is loslaten één van de moeilijkste dingen die we als mens moeten doen. Want loslaten betekent niet alleen iets verliezen, maar ook: durven vertrouwen op wat nog niet zichtbaar is. Juist in dat proces ontstaat ruimte voor groei – en voor de terugkeer naar wie jij werkelijk bent.
Waarom loslaten zo moeilijk is
Ons brein houdt van voorspelbaarheid. Zelfs als iets ons ongelukkig maakt, kan het nog altijd veiliger voelen dan het onbekende. In de psychologie wordt dit verklaard door het verliesaversie-effect (Tversky & Kahneman, 1979): we zijn geneigd om verlies zwaarder te laten wegen dan winst. Daardoor houden we ons vaak krampachtig vast aan relaties, overtuigingen of gedragingen die ooit werkten – maar nu niet meer bijdragen aan ons welzijn.
Daarnaast spelen hechting en sociale druk een rol. Wie zich verantwoordelijk voelt voor het geluk van anderen, vindt het extra moeilijk om los te laten. Zeker binnen intieme relaties kan het voelen alsof je iemand teleurstelt of tekortdoet door een andere weg te kiezen.
Toch laat onderzoek binnen de Acceptance and Commitment Therapy (ACT) zien dat juist het loslaten van controle en het aanvaarden van ongemak leidt tot psychologische flexibiliteit en veerkracht (Hayes et al., 2006). Door ruimte te maken voor wat er écht in jou leeft – ook als dat betekent dat je oude zekerheden kwijtraakt – ontstaat ruimte voor verandering.
Lees ook: Wat als je partner niet mee verandert?
Loslaten is kiezen voor verbinding met jezelf
Loslaten betekent niet dat je stopt met geven of dat je faalt. Het betekent dat je stopt met vechten tegen jezelf. Veel vrouwen die ik begeleid in coaching, voelen zich jarenlang opgesloten in een rol die niet bij ze past. Ze proberen te voldoen aan verwachtingen – van hun partner, familie of omgeving – terwijl ze zichzelf onderweg verliezen. Pas wanneer ze dat innerlijke conflict erkennen, ontstaat er ruimte voor een andere keuze: een die begint bij trouw zijn aan jezelf.
Het concept zelfcompassie – ontwikkeld door Kristin Neff (2003) – is hierin cruciaal. Zelfcompassie stelt ons in staat om mild te zijn voor onze imperfectie, onze twijfel, en zelfs voor onze angst. Het betekent dat je jezelf niet afstraft voor wat je voelt, maar juist erkent dat lijden bij het leven hoort, en dat je daar zorgzaam mee om mag gaan.
Zelfcompassie helpt je om niet langer te blijven hangen in ‘ik moet dit volhouden’, maar om te zeggen: ik verdien ook rust, ruimte en liefde. Het is een innerlijke verandering die vaak leidt tot een heel andere relatie met je partner – of tot de moed om iets los te laten dat niet meer past.
Lees ook: De 5 gesprekken die je niet moet uitstellen
Of: Wanneer je relatie niet meer goed voelt – wat dan?
Loslaten is niet het einde – het is een nieuw begin
Verandering is niet iets wat je ‘oplost’ of afvinkt. Het is een proces dat in beweging komt wanneer jij besluit dat je het waard bent. Juist het loslaten van wat niet meer werkt – of dat nu een gewoonte is, een rol of een relatie – opent de deur naar wie je in essentie bent.
In haar onderzoek naar persoonlijke groei na ingrijpende levensgebeurtenissen ontdekte psycholoog Sonja Lyubomirsky (2006) dat betekenis geven aan verandering leidt tot meer welzijn en levensvoldoening. Ook bij rouw of verlies kan het helpen om jezelf vragen te stellen als: Wat heb ik hiervan geleerd? Wat mag er nu ontstaan?
En dat is precies wat loslaten in de kern is: geen einde, maar een begin. Een begin waarin jij mag kiezen voor jezelf. Niet vanuit egoïsme, maar vanuit liefde en vertrouwen.